5. Deftige nonnen, woeste geuzen

Kerken en kloosters

Bij Biezelinge lag vanaf 1246 het klooster Jeruzalem, waar adellijke nonnen verbleven. Wemeldinge kreeg rond 1400 een commanderij van de Johannieters, een geestelijke ridderorde. Intussen bouwde men sinds enkele eeuwen aan indrukwekkende gotische kerken. Kapelle had uiteindelijk de hoogste toren van Zuid-Beveland. De kloosters verdwenen door de Reformatie. Ze waren deels al verwoest door de Geuzen, die in de jaren 1570 tegen Spanje streden.

Klooster Jeruzalem

Wolfert van Zeeland, heer van Maalstede, stichtte in 1246 met zijn vrouw Aleid het vrouwenklooster Jeruzalem bij Biezelinge. Het sloot zich in 1255 aan bij de orde van de Victorinnen. Zusters uit Mechelen kwamen de kloosterregels onderwijzen.

Er woonden 15 tot 20 nonnen in het klooster, in de zestiende eeuw nog maar 6 tot 8. De zusters behoorden tot de adel uit de streek: ‘deftige’ nonnen dus. Hun adellijke trots bleek uit verschillende incidenten. Er vond zelfs doodslag plaats in de kerk; rond 1500 verbleven onbekenden ’s nachts in het klooster en de zusters gingen ter kermis en ter bruiloft. Ook luisterden ze slecht naar de priorin, hun overste.

Het klooster had grote zeggenschap in Schore. Het oefende er het patronaatsrecht uit: het recht om de patroonheilige van de kerk vast te stellen en een pastoor voor benoeming voor te dragen. Dit laatste wordt ook collatierecht genoemd. Jeruzalem kocht in 1266 gronden bij Schore van de Antwerpse cisterciënzerabdij Sint-Bernhard, die hier een kloosterboerderij had. De aankoop verstevigde de lokale invloed van het Biezelingse klooster.

Gaandeweg raakte het ‘jonkvrouwenklooster’ Jeruzalem in verval. In 1572 is het waarschijnlijk gedeeltelijk door rondtrekkende Geuzen verwoest. De zusters zouden volgens de legende toen door ‘onderaardse gangen’ naar kasteel Poucques in Kapelle zijn gevlucht. Het einde kwam door de officiële invoering van het protestantisme in 1578.

De overgebleven zusters woonden nog een tijdje op slot Oostende in Goes. Omstreeks 1609, toen het Twaalfjarig Bestand met Spanje begon, vertrok de laatste priorin naar Antwerpen. Ze nam het kloosterarchief mee. De resterende gebouwen zijn in de zeventiende eeuw gesloopt, het terrein bleef bekend als het Klooster en de Kloosterhoek (tussen de spoorbaan en de Dankerseweg).

Hoogste toren in Kapelle

Toen de ‘Kapel ter Maalstede’ na de parochiestichting van Kapelle niet meer voldeed, kwam er een nieuwe parochiekerk, gewijd aan Onze Lieve Vrouw. Van de tufstenen Romaanse voorganger uit de twaalfde/dertiende eeuw zijn bij restauratie in 1963-1967 fundamenten aangetroffen. En ook beschilderde grafkelders uit de vroege veertiende eeuw in het hoofd- of zuiderkoor. Dit is rond 1320 toegevoegd.

Kort nadien begon men ook met de bouw van de karakteristieke toren met vier hoektorentjes rond de spits. Met zijn 65 meter werd het de hoogste toren van Zuid-Beveland. Rond 1400 is een sacristie bijgebouwd, de ruimte voor priestergewaden en liturgische voorwerpen.

Men bouwde dus steeds verder aan de kerk, deze was nooit ‘af’. Ook later kwamen nieuwe uitbreidingen, zoals het noorderkoor, een grafkapel, het huidige schip met twee zijbeuken (circa 1475) en de zuider- of doopkapel (omstreeks 1500). Behalve het hoofdaltaar omvatte de kerk nog vijf altaren.

In 1503 steeg het aanzien verder door de stichting van een ‘kapittel van kanunniken’. Onder leiding van een deken zongen zij de getijden (koorgebeden) bij een groot aantal missen. De koor- of kanunnikenbanken in het noorderkoor herinneren nog aan hen. Het prestige van de Kapelse kerk bleek ook uit de twaalf apostel- en vier kerkvaderbeelden bovenin de zijbeuken van het schip.

Wemeldingse toren als voorbeeld

Het eerste Wemeldingse kerkje was waarschijnlijk een houten gebouwtje, als oudste kerk van Zuid- Beveland. De huidige toren van de Sint-Maartenskerk dateert uit omstreeks 1330-1350 en was vermoedelijk de eerste stenen kerktoren op Zuid-Beveland. Hij is gebouwd in een gracht naast een kerkhof. Dit lag op een genivelleerd bergje, één van de drie in Wemeldinge (hoofdstuk 3).

De toren diende als voorbeeld voor die van Kapelle. Maar in Wemeldinge zijn de vier hoektorentjes in 1607 gesloopt. In 1350-1375 bouwde men op het voormalige bergje een nieuwe, bakstenen kerk tegen de toren aan. Deze evolueerde tot een gotische, driebeukige kerk die omstreeks 1410 is verhoogd en onder één kap gebracht. Het huidige schip, koor, zuidbeuk en sacristie dateren uit de vijftiende eeuw. Behalve het hoofdaltaar waren er nog zes andere altaren.

Johannieters

Op de grens van Wemeldinge en Kapelle (tussen de Wemeldingse Zandweg en het Biezenwegje) stond een Johannieter commanderij met kapel, de Sint-Jansherenhof. Deze instelling wordt pas vermeld in 1400. De bezittingen, het Sint-Jansherenland, lagen grotendeels op Kapels gebied. De Johannieters waren een geestelijke ridderorde, die zich vooral richtte op ziekenverpleging. Het Wemeldingse Sint-Jansherenhof is eveneens in de jaren 1570 door de Geuzen verwoest. De bijbehorende hoeve Jonge Bogaards ten zuidwesten van de commanderij is in 1990 afgebroken en wat verderop herbouwd. De gebouwen van de commanderij zijn vermoedelijk al rond 1600 gesloopt.

Biezelinge en Schore

In Biezelinge werd in 1459 een eenvoudige gotische zaalkerk voltooid, waarschijnlijk gewijd aan Sint-Barbara. Deze kerk was de opvolger van een eerdere kapel. Vanaf de vijftiende eeuw tot 1529 wist Biezelinge zich met veel moeite te ontworstelen aan de voogdij van Kapelle en een zelfstandige parochie te worden. Het was een korte vreugd, want toen de Reformatie kwam is de kerkelijke gemeente weer tijdelijk samengevoegd met Kapelle.

De dorpskerk van Schore is eveneens in de vijftiende eeuw voltooid. Het was een kruiskerk: een kerk met een dwarsbeuk, zodat de plattegrond de vorm van een kruis heeft. We weten niet meer aan welke heilige(n) de kerk van Schore was gewijd.

Opstand!

Vlissingen en Veere hadden zich al in april 1572 bij de Opstand tegen Spanje aangesloten. Middelburg volgde pas in 1574. Het waren zeer woelige jaren. Geuzenbenden, de nog tamelijk ongeorganiseerde troepen van de Opstand, zwierven door Walcheren en Zuid-Beveland. Ze richtten verwoestingen aan en hadden het vooral voorzien op katholieke instellingen.

De druk van de Spaanse overheidstroepen (in Goes was een garnizoen gelegerd) deed hier niet voor onder. Pas in 1577 schaarden Goes en Zuid-Beveland zich onder de banier van stadhouder Willem van Oranje. Dit gebeurde met de Satisfactie van Goes.

En verder…

Met de Satisfactie van Goes aanvaardden Goes en het eiland Zuid-Beveland het bestuur van Willem van Oranje, die in naam regeerde ‘vanwege de Koninklijke Majesteit’ Filips II. Deze gehate Spaanse vorst werd pas in 1581 officieel afgezworen. De Satisfactie bepaalde dat de katholieke godsdienst, het geloof van de meerderheid, gehandhaafd mocht blijven. Maar dit hield geen stand. Openlijke uitoefening van het katholicisme hield al in 1578 op. De ‘geestelijke goederen’ werden in beslag genomen, de ‘gereformeerde’ (hervormde) religie was nu de enig toegestane. Met de stad en het eiland Tholen was Zuid-Beveland het laatste deel van Zeeland dat overging naar de prins. De bijbehorende overgang naar het protestantisme had grote gevolgen voor de inrichting van de bestaande kerkgebouwen en de stichting van nieuwe: het onderwerp van het volgende hoofdstuk.

[Tijdbalk]

1246 | Klooster Jeruzalem, Biezelinge

1400 | Vermelding Johannieters, Wemeldinge

1459 | Kerk Biezelinge voltooid

Ca. 1500 | Kerken Kapelle en Wemeldinge na eeuwen voltooid

1572 |Verwoesting kloosters Biezelinge, Wemeldinge

1577 | Satisfactie van Goes