Omgevingsplan

In het omgevingsplan staat wat er in uw omgeving wel en niet mag. Het omgevingsplan vervangt de bestemmingsplannen, verordeningen en beleidsregels. Het omgevingsplan geldt voor het hele grondgebied van de gemeente. Bijvoorbeeld regels voor evenementen, bouwen, geluid of het kappen van een boom. Maar het gaat ook over participatie, gezondheid en duurzaamheid.

Zodra de Omgevingswet ingaat, krijgt de gemeente automatisch een tijdelijk omgevingsplan ‘van rechtswege’. Daarin staan de huidige bestemmingsplannen, samen met specifieke regels over bouwen en milieu die van het Rijk naar de gemeenten gaan. Vervolgens heeft de gemeente tot 2032 de tijd om een nieuw omgevingsplan te maken. Door de hoeveelheid aan regels lukt dat niet van de ene op andere dag. Daarom doen we dit in stappen.

Veelgestelde vragen over het Omgevingsplan

Alle gemeenten moeten met de komst van de Omgevingswet een omgevingsvisie opstellen. Hierin staat hoe de gemeente het leefgebied wil ontwikkelen en beschermen. Die keuzes werkt de gemeente uit in regels en die regels staan in het omgevingsplan. Dit zijn dus regels voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld het bouwen van een woonwijk, waardoor de ruimtelijke inrichting in een gebied verandert. Of het planten of kappen van bomen, waardoor de omgeving groener of minder groen wordt.

De gemeente bepaalt voor ieder gebied welke activiteiten wel of niet zijn toegestaan. Ook geeft de gemeente aan welke regels bij deze activiteiten gelden. Bijvoorbeeld voor bouwactiviteiten zijn dit regels voor de hoogte, het uiterlijk of het gebruik van het bouwwerk.

Het is van belang dat er een goede balans is tussen wonen, werken, recreatie en natuur. De regels uit het omgevingsplan helpen de gemeente daarbij.

Vanaf 1 januari 2024 heeft de gemeente een tijdelijk omgevingsplan. Tot 2032 heeft de gemeente de tijd om dit plan, stapsgewijs, om te zetten naar een definitief omgevingsplan. Dit doen we in drie stappen.

Stap 1: Bestaande regels in het tijdelijke omgevingsplan

Het tijdelijk omgevingsplan bestaat uit:

  • Ruimtelijke regels die voortkomen uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro), zoals regels uit bestemmingsplannen, beheersverordeningen, inpassingsplannen, wijzigings- en uitwerkingsplannen;
  • Regels uit gemeentelijke verordeningen over erfgoed, geur en afvoer van regen- en grondwater;
  • Rijksregels die worden overgebracht naar gemeenten.

Stap 2: Regels uit het tijdelijke deel overzetten naar het nieuwe deel

Bij stap 2 start de gemeente met het nieuwe deel van het omgevingsplan. In het nieuwe deel komen de regels uit het tijdelijke plan. Deze regels worden vaak aangepast, zodat deze voldoen aan de nieuwe voorwaarden uit de Omgevingswet.

Stap 3: Nieuwe regels in het nieuwe deel

De gemeente kan ook nieuwe regels opstellen en niet beleid vaststellen die niet in het tijdelijke deel staan. De gemeente zet deze in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Het toevoegen van de nieuwe regels vindt tegelijkertijd plaats met stap 2.

Lees meer informatie over: