De geschiedenis van de Franse Herdenking

Algemeen

Sinds 1950 wordt jaarlijks een herdenking gehouden. Vanaf 2003 wordt dit gedaan op of omstreeks 16 mei, de dag dat de Franse generaal Deslaurens sneuvelde bij de aftocht van zijn troepen van Vlissingen naar Breskens. De herdenking wordt georganiseerd door de gemeente Kapelle, in overleg met de Franse Ambassade in Nederland en het Comité du Souvenir Français. Bij de ceremonie zijn de ambassadeurs of consuls van Frankrijk en Marokko aanwezig, vertegenwoordigers van de Nederlandse Strijdkrachten, militaire attachés van diverse landen, veteranenorganisaties en Franse en Marokkaanse organisaties.

Historie

In de meidagen van 1940 kreeg Nederland en met name Zeeland steun van het Franse leger. Vooral gemotoriseerde Franse troepen kwamen vanuit Noord-Frankrijk, via België en Zeeuws-Vlaanderen over en stroomden via de Westerschelde Walcheren en Zuid-Beveland binnen. Op Zuid-Beveland werd onder meer door de Fransen een verdedigende stelling ingenomen aan de Westelijke Kanaaldijk van het Kanaal door Zuid-Beveland.

Nadat de Kreekrak-stelling onder de gemeente Rilland-Bath en de Zanddijk-stelling onder de gemeente Kruiningen onder de druk van de Duitse troepen waren gevallen, werd door de Fransen aan bovengenoemd kanaal nog een tijd stand gehouden. Doordat de Fransen zeer hardnekkig tegenstand boden, vonden er felle gevechten in de gemeente Kapelle plaats waarbij vooral in Kapelle man tegen man gevechten plaatsvonden. Deze gevechten vonden plaats op 16 mei 1940, waarbij een groot aantal Franse militairen sneuvelden. Niemand hield zich bezig met de gewonde en gesneuvelde Franse militairen, behalve het Rode Kruis. Zij deden alles wat mogelijk was voor de verzorging van de gewonden.

Het feit dat de gevallen Fransen niet werden opgespoord en ook niet werden afgevoerd was aanleiding voor de toenmalige burgemeester om de zorg hiervoor op zich te nemen. Hij deed daarom een beroep op de burgers. Spontaan werd hieraan door vrijwel de gehele mannelijke bevolking gehoor gegeven, zodat in de avond van 17 mei 1940 niet minder dan 65 gevallen Fransen zijn begraven. In 1941 vond herbegrafenis plaats van de militairen die in de omgeving van Kapelle waren begraven. Na de oorlog is de begraafplaats in Kapelle aangewezen als ereveld voor de stoffelijke resten van alle militairen die onder Franse vlag op Nederlands grondgebied waren gesneuveld en niet teruggebracht werden naar Frankrijk. Er liggen 228 graven, waaronder 22 van Noord-Afrikaanse afkomst.

Ooggetuigen verhalen

Nicolaas Eversdijk

Nicolaas (Nico) Eversdijk (geb. 1934) vertelt in een reeks van 5 video's wat hij heeft meegemaakt als kind in de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt geïnterviewd door zijn kleinzoon Arjen Eversdijk.
Deze interviews zijn verwerkt tot 5 YouTube video's. Tijdens de oorlog woonde Nico aan de Postweg in Kapelle. Dit was toen de enige weg van Brabant naar Walcheren. Daarom heeft hij veel van de oorlog meegekregen.

De andere video's zijn te bekijken op het YouTube kanaal van Arjen Eversdijk.

Deel 1 - interviews met Nico Eversdijk over de oorlog in Kapelle, Zeeland

Mijnheer van der Kuijl

De begindagen van de Tweede Wereldoorlog in Kapelle. 

In Kapelle vind je de Franse Begraafplaats, een herdenkingsmonument en het Herdenkingsmuseum Memorial 40-45, belangrijke plekken die symbool staan voor de gebeurtenissen die hier in de begindagen van de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. In gesprek met de heer Remijnse, die als vrijwilliger betrokken is bij het museum, en met de inmiddels 102-jarige meneer Van der Kuijl komen we meer te weten over die dagen in en rond het dorp. 

De Duitsers vielen op 10 mei 1940 Nederland binnen en al diezelfde dag kwamen Franse troepen in actie om te helpen in Zeeland. Zij kwamen via Vlissingen met schepen en met voertuigen via Zeeuws-Vlaanderen naar Zuid-Beveland. Zij creëerde een verdedigingslinie langs het kanaal door Zuid-Beveland. De Duitsers hadden immers de opdracht om zo snel mogelijk de Schelde te beheersen. De Vlakebrug was opgeblazen, dus was alleen de Postbrug nog beschikbaar als oversteekplaats en die werd door de Fransen verdedigd om zo de opmars richting Vlissingen te verhinderen. Al was op dat moment Nederland al gecapituleerd na het bombardement op Rotterdam.

 Uiteindelijk is het de Duitsers op 16 mei gelukt om met rubberbootjes en luchtsteun het kanaal over te steken. Er volgden hevige gevechten in de driehoek Wemeldinge – Hansweert - Kapelle. Uiteindelijk dolven de dapper vechtende Fransen het onderspit. Niet vanwege een tekort aan manschappen, er waren hier immers zo’n 3.000 militairen aanwezig, maar eerder door de armetierige gevechtsuitrusting die ze beschikbaar hadden. Voor de inwoners van Kapelle voelde het niet veilig om te blijven en ze sloegen op de vlucht. Ook het gezin Van der Kuijl vertrok vanuit hun woning aan de Maalstede, dit was tenslotte een belangrijke toegangsweg die ook de Duitsers zouden volgen. “Het werd ons inderdaad wat te warm onder de voeten,” zo herinnert de heer Van der Kuijl zich. Met vader, moeder en zus stapte hij op de fiets en vertrok naar de Zak van Zuid-Beveland. Er zijn op die zestiende mei in 1940 84 Franse soldaten om het leven gekomen. Direct de volgende dag is een comité opgericht om deze Franse slachtoffers eervol te begraven en de lichamen werden door de dorpsbewoners verzameld uit tuinen, boomgaarden en sloten. 

De nacht van 16 op 17 mei bracht het gezin Van der Kuijl door in Heinkenszand. Al vroeg in de volgende ochtend zagen zij de eerste Duitse motoren Heinkenszand binnenkomen. Die ondervonden daar geen tegenstand en konden hun route richting Vlissingen vervolgen, waarna het gezin Van der Kuijl is teruggekeerd naar Kapelle. Bij thuiskomst kreeg de heer Van der Kuijl direct een taak toebedeeld. Met linnen zakjes, touw en labels toog hij naar de begraafplaats. Zijn taak was het verzamelen van de persoonlijke bezittingen van de Franse soldaten, zoals horloges, ringen en zakboekjes en deze, voorzien van een label met de naam van de soldaat, in de zakjes te doen. Een middag lang bevond hij zich op het kerkhof, tussen de gesneuvelden, een beeld wat hem altijd is bijgebleven. 

Heel bewust heeft de heer Van der Kuijl de Duitsers zien komen in mei 1940 en ook weer zien vluchten toen de Engelsen en Canadezen Nederland kwamen bevrijden. Veel jongens van zijn leeftijd hebben meegevochten, maar omdat hij werkzaam was in de voedselindustrie heeft de heer Van der Kuijl zelf niet mee hoeven vechten. “Dat was mijn geluk,” zo zegt hij. 

De begraafplaats in Kapelle is aangewezen als Frans ereveld en jaarlijks wordt de geleverde strijd herdacht, in aanwezigheid van een delegatie van Franse hoogwaardigheidsbekleders. De Franse Begraafplaats, het herdenkingsmonument en het Herdenkingsmuseum Memorial 40-45 zijn gedurende het hele jaar te bezoeken. Vrijwilligers, zoals de heer Remijnse ontvangen je er graag om verhalen te delen. Ook is er een wandelroute ‘De Franse Slag’. Deze bestaat uit vier, afzonderlijk van elkaar te lopen lussen van ongeveer 10 kilometer door verschillende landschapstypen van de strijd van het 271e Régiment d’Infanterieen.